Over ‘durf klein te denken’ en ‘vertrouwen’

Verslag van ABC-J-wandeling in het kader van de handreiking Naoorlogse wijken, MooiNL

Auteur: Henk Geist
Op een druilerige woensdagavond eind september verzamelen ruim twintig genodigden zich in activiteitencentrum De Kleine Ringvaart in de Haarlemse Boerhaavewijk. Tijdens een gezamenlijke wandeling door deze wijk uit de jaren 60 van de vorige eeuw, gevolgd door een maaltijd en afsluitend gesprek buigen de deelnemers zich over het vraagstuk ‘ruimtelijke kwaliteit’ in de Boerhaavewijk, een van de vier wijken van het stadsdeel Schalkwijk.

Onder aanvoering van Jeffrey Bolhuis van architectenbureau AP+E en Gabriël Verheggen, directeur van het Haarlemse ABC architectuurcentrum en initiatiefnemer van deze zogeheten ABC-J-wandeling, wordt letterlijk en figuurlijk stilgestaan bij vier locaties die cruciaal zijn voor de buurt: de moestuin, de leegstaande kerk, de speeltuin en een voormalige school. Deze wandeling is een experiment, benadrukt Verheggen, om met elkaar te praten over de resultaten en mogelijkheden van de revitalisering en transformatie van deze typisch naoorlogse wijk. Het doel is een gesprek over toekomstige ontwikkelingen en over ruimtelijke kwaliteit. Met deze activiteit wil het ABC, net als verscheidene andere architectuurcentra in Nederland, een bijdrage leveren aan de Handreikingen Mooi Nederland (MooiNL), een initiatief van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het programma MooiNL heeft namelijk de ambitie een maatschappelijke dialoog te starten om daarmee het belang van ruimtelijke kwaliteit bij de toekomstige inrichting van ons land te borgen. Marleen de Ruiter, namens MooiNL een van de aanwezigen bij deze ABC-J-wandeling zegt hierover het volgende:

“Hoe kunnen we meenemen wat bewoners en betrokkenen willen met hun wijk? Waar kunnen we ze een plekje geven in dit proces.”

Buurtbewoners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en de gemeente Haarlem, kunstenaars, ontwerpers/architecten en stadsmakers behoren tot de genodigden voor deze ABC-J-wandeling door de Boerhaavewijk. In zijn inleiding en tijdens de wandeling deelt architect Jeffrey Bolhuis zijn ervaringen. Hij is samen met o.a. Studio DMAU al zo’n vijf jaar betrokken bij de revitalisering van de wijk. Zijn ervaring is dat er veel leeft aan initiatieven in de Boerhaavewijk.

“Je hebt hier meer diversiteit dan in Haarlem Centrum, alleen zie je het bijna niet. Je moet het een plek geven, je moet ruimte laten voor dingen die niet gepland zijn. Maar het is moeilijk om daarvoor plekken vrij te laten. Je moet ook niet meteen gaan tekenen, maar voortbouwen op wat er al is en eerst praten met de buurt. Wat speelt er eigenlijk? Daarom hebben wij ook een kantoortje in de buurt.”

Dat is ook de ervaring van Anouk Corel van corporatie Elan Wonen:

“Er wordt van bovenaf vaak een enorm programma opgelegd. Je kunt je afvragen in hoeverre dat in balans is met de behoefte van de wijk. Kijk bijvoorbeeld naar de dichtheden waarmee nu wordt gebouwd in Schalkwijk. Er ontstaat een nieuw stukje stad, maar wat heeft dat nog te maken met de rest van Schalkwijk?”

De eerste stop tijdens de wandeling is bij buurtmoestuin KIEM!

Marye Cherrie van KIEM!: “Groen is belangrijk om je thuis te voelen, ook voor nieuwkomers in de wijk. We zijn hier gewoon begonnen door letterlijk tegels te lichten op dit voormalige schoolplein. Het is leuk om te zien hoe deze plek nu mensen samenbrengt. Dit is een plek waar buurtbewoners op aan kunnen haken. Een kleine groep is echt betrokken bij deze gezamenlijke tuin en we krijgen regelmatig bezoekers die willen zien wat zoiets met een buurt kan doen. We geven hier ook workshops waarbij we kennis over het verbouwen van gewassen kunnen overdragen.”

Mahad Ahmed van de Stichting Somaliërs Haarlem en Omgeving verzekert:

“Deze plek werkt echt verbindend. Een plek waar je elkaar kunt ontmoeten. Hij wordt gerund door een community, daar ben ik zo blij mee. Er komen hier kinderen die nog nooit een plant hebben gezien. De tuin geeft een dorps karakter aan een stedelijke wijk.”

Jeffrey Bolhuis: “Deze tuin maakt duidelijk hoe je groen kunt inzetten als drager van een nieuwe kwaliteit, zowel ruimtelijk als sociaal.”

Een baken in de buurt. Zo kun je de rooms-katholieke Moeder van de Verlosserkerk op de hoek van de Floris van Adrichemlaan wel noemen. Alleen, het gebouw is niet meer als kerk in gebruik. Het bisdom wil het gebouw graag verkopen, maar, zo wordt schuilend onder paraplu’s duidelijk gemaakt, dat is een lastige partij om mee samen te werken. Hoe kun je dit karakteristieke gebouw zoveel mogelijk hergebruiken en tegelijkertijd de bestaande kwaliteiten handhaven? De gemeente wil de kerk graag een maatschappelijke invulling geven, maar een culturele bestemming wordt ook geopperd. De kerk maakt onderdeel uit van de zone langs de Floris van Adrichemlaan die een geheel nieuwe inrichting moet krijgen. Daarvoor worden nu de eerste uitgangspunten op papier gezet: minder asfalt, meer ruimte voor water en groen, nieuwe scholen, minder plek voor de geparkeerde auto. Dat laatste is al een heet hangijzer, want bewoners willen niet af van een parkeerplek voor de deur. De buurt moet heel vroeg bij dit proces betrokken worden, luidt het advies van de deelnemers. Ze juichen toe dat er vergaande plannen zijn voor een Huis van de Buurt in deze zone.

Na de gezamenlijke maaltijd bij het afsluitende gesprek in De Kleine Ringvaart wordt vooral duidelijk dat er in de huidige ruimtelijke processen te weinig ruimte is voor initiatieven van onderaf.

Jeffrey Bolhuis: “Projecten moeten steeds een business case zijn en financieel gedekt. Er zijn weinig mogelijkheden om iets te doen wat niet geregeld is, daarvoor ontbreekt bijna per definitie het vertrouwen bij de overheid.”

Marleen de Ruiter: “In de Nederlandse traditie van ruimtelijke ordening is alles ‘afgekaderd’. Terwijl je juist op de niet-ingerichte plekken iets nieuws kunt creëren.”

Architect Dick Klijn meent:

“Je moet ruimte geven aan initiatieven van onderaf, meer experimenteren, het mag ook fout gaan. Het gaat om de kracht van kleinschaligheid. Durf klein te denken! Juist het kleine kan heel groot zijn.”

En je moet zelf af en toe gewoon het heft in eigen handen nemen, betoogt Mohamed El Mesbahe van jongerenorganisatie Hattrick. Hij woont in een andere deelwijk van Schalkwijk.

“Wij hebben met een paar buren het grasveld voor onze woningen ingericht als moestuin, die ruimte hebben we gewoon gepakt, terwijl het eigenlijk niet mag. Nu zijn we als buren daar gezamenlijk aan het werk en met elkaar in gesprek. We ontmoeten elkaar voor de deur!”

Hoe kan een gemeente haar ambities verbinden met wat door een wijk gewenst wordt? Wat als een grote visie (nog) geen aansluiting vindt bij bewoners? Hoe kun je als gemeente de kleine ideeën ophalen? Misschien zijn er intermediairs nodig, wordt geopperd, mensen die schommelen tussen de wereld van de beleidmakers en die van de buurtbewoners en die werelden kunnen verbinden. Een gemeente moet misschien letterlijk meer in een wijk aanwezig zijn, oppert Peter Rethans, wijkmakelaar bij Buurts:

“Dan ruik en proef je wat er in de buurt leeft. Wil je echt aansluiten bij de leefwereld van de bewoners dan moet je er echt tussen gaan zitten en in gesprek raken.”

Het transformatieproces moet open en bloot worden gevoerd, mensen moeten worden uitgenodigd om mee te kijken. Je moet buurtbewoners in kleine stappen mee laten denken, luidt het advies.

“Dat kan mensen ook samenbrengen en het wij-gevoel in een buurt versterken. Dat is juist in deze tijd hard nodig.”

Een ding willen de deelnemers in ieder geval uitdragen: een wandeling als deze zo met elkaar, bewoners en betrokkenen en met een verscheidenheid aan achtergronden, moeten we vaker doen!

Deel dit bericht via